Onze toekomstvisie

Missie van Pimma
Pimma wil iets concreets doen aan het verminderen van de kansenongelijkheid van kinderen.
Dat doen wij door het bouwen van basisscholen in Midden-Amerika. School nummer 11 wordt nu gebouwd en de plannen voor nummer 12 liggen klaar. De meeste scholen zijn in Guatemala gerealiseerd. Voor en met de oorspronkelijke bevolking uit de Mam-cultuur (bestaande uit meerdere stammen en onderdeel uitmakend van de grotere Mayacultuur) wordt dit opgezet. Fundamam is een organisatie die opgericht is om het erfgoed van de Mam-stammen te bewaken en van betekenis te zijn bij de verdere ontwikkeling van deze vaak achtergestelde samenlevingen. Wij werken via Fundamam met lokale partners.

 

Pimma in de wereld
Om het bouwen van scholen ter hand te nemen, heeft Pimma in de dertig jaar dat het nu bestaat, zich in belangrijke mate beziggehouden met het verwerven van financiële middelen. Dit betekent het inzetten van menskracht en expertise in vooral Zuid-Limburg, om succesvolle acties, (gekoppeld aan het werven van sponsoren, donateurs, vrijwilligers en financiële steun van incidenteel bij de acties betrokken mensen) mogelijk te maken. Naast deze acties om financiële middelen te verwerven, is er ook altijd tijd en energie besteed aan voorlichting (o.a. op scholen) en in het verlengde daarvan ook aandacht voor het verhogen van het bewustzijn voor de onderliggende problematiek van armoede en discriminatie.

De verworven middelen worden gemiddeld voor 90% besteed aan het realiseren van schoolgebouwen. Alle bij Pimma betrokken mensen doen dit op vrijwillige basis. Wij willen integer handelen naar degenen die ons hier steunen en degenen die wij daarmee steunen in Midden-Amerika. De beloning bestaat uit waardering en de beschikbaarheid van voldoende geld om telkens nieuwe scholen te realiseren. Daarnaast biedt het werken vanuit Pimma mogelijkheden om onze eigen ontwikkeling als mens en professional ter hand te nemen. Ook verstevigt het onze netwerken in de samenleving, waar we deel vanuit maken.

Wij zijn vrijwilligers, omdat we het belangrijk vinden iets te verbeteren aan de kansengelijkheid van kinderen. Wij doen dat vanuit verschillende perspectieven. Soms om onze expertise breder te benutten, soms uit gedrevenheid bij te dragen aan een betere wereld, soms om onze netwerken te verbreden en te verbinden, soms om waardering te kunnen oogsten of een mix van deze en andere motieven. Leren doen we er allemaal van, wij doen dingen die we in ons ‘normale’ leven niet of minder doen. Ook willen wij leren van de mensen uit Midden-Amerika en zijn we nieuwsgierig naar hun invalshoeken en kijk op het leven daar en in wereldverband.

Onderwijs is vooral van belang om talenten van kinderen te ontwikkelen en in te zetten voor betere leefomstandigheden. Op termijn hopen wij bij te dragen een meer open houding voor wat er in het eigen land, in Midden-Amerika en de wereld gebeurt. De mogelijkheden om in het eigen land of gebied de sociaaleconomische ontwikkeling duurzaam te verbeteren, zijn soms meer en soms minder hoopvol.

Onderwijs en ontwikkelingen van talenten in het licht van het versterken van de sociaaleconomische basis van de samenlevingen In Midden-Amerika, leveren in principe een belangrijke bijdrage aan kansengelijkheid. Wij hebben daarom gekozen voor basisonderwijs als speerpunt. Onderwijs kan ertoe bijdragen dat er een balans komt tussen wat de traditie als waardevolle verbinding met het verleden biedt en de waarde die nieuwe mogelijkheden kunnen hebben. De eerste stap in Midden-Amerika was en is nog steeds om aan de primaire behoefte aan onderwijs überhaupt te kunnen gaan voldoen.

Wij beseffen dat hetgeen Pimma doet op wereldschaal niet meer is dan een druppel op een gloeiende plaat. Maar het is wel een druppel die veel betekent voor duizenden kinderen, die anders geen of minder mogelijkheden zouden hebben gehad om de spiraal van de armoede te doorbereken. We zijn als Pimma een van de vele stichtingen, groepen van mensen en ook individuen die op de een of andere manier iets willen doen aan het verminderen van die kansenongelijkheid bij kinderen en ook bij volwassenen. Al deze druppels kunnen samen een ‘plas’ vormen, die ook meer structureel invloed kan en moet hebben.

Het woordgebruik verraadt al dat wij niet denken dat dit vanzelf gebeurd. Zeker niet in een wereld waar andere belangen vaak, bewust en onbewust, boven die van kansarme bevolkingsgroepen gaan. We weten dat wij niet de ongelijkheid in de wereld kunnen elimineren. Wij willen wel bijdragen aan gelijkwaardige relaties tussen ‘hier’ en ‘daar’. Gelijkwaardigheid betekent voor ons per definitie dat wij samen met onze partners op zoek gaan naar oplossingen en dat we respect hebben voor de keuzen die zij daarbij maken. We zijn nieuwsgierig hoe zij hieraan hun invulling geven en waar we samen uitkomen. Iedereen heeft de vrijheid die oplossingen te kiezen die het passen bij hun eigen achtergrond en ambities.

 

Pimma en Maastricht/Zuid-Limburg
Pimma is in Maastricht en omgeving een begrip en heeft een positief imago. Veel mensen weten grofweg wat we doen en waar we voor staan.
Realiteit is ook dat wij het moeilijk hebben jonger(e) mensen voor kortere of langere tijd aan ons te binden. We drijven op een relatief klein, maar doorgaans betrouwbaar clubje van oude vertrouwde sponsoren, donateurs en vrijwilligers.

Voor alles en iedereen is de ‘wereld’ waarin we leven ingrijpend aan het veranderen. Veel van hetgeen nog niet zo lang geleden vanzelfsprekend was, is dat niet meer. Denk aan de rol van de overheid, de politiek en de kerk, maar ook aan de omgangsvormen en de manier waarop mensen, meer op zichzelf ten opzichte van de ‘ander’, in de ‘wereld’ staan.

De omvang en snelheid van verandering omvatten we nauwelijks, we beseffen het op de momenten dat we terugkijken. Wij realiseren ons dan, dat we maar deels bewust ervaren hebben wat er allemaal gebeurd is en hoe dat invloed heeft op ons denken en handelen. Dat terugkijken hebben we expliciet gedaan in het jaar dat wij als Pimma 30 jaar bestonden.

Wij staan (net zoals vele vergelijkbare organisaties) op een kruispunt, we denken te weten welke keuze we moeten gaan maken. Wij overzien alle consequenties nog niet. Wat nemen we mee uit ons rijke verleden, wat voegen we eraan toe? Hoe moet dat dan? Wie hebben we nodig? Hoe bereiken we meer en ook andere mensen dan tot nu toe? Bij het beantwoorden van deze vragen prijzen we ons gelukkig dat Pimma geen ‘instituut’ is. Het overleven van Pimma is geen doel op zichzelf, het is voor alles een vaartuig om bepaalde doelen te bereiken. Daarin willen wij telkens onze manier van werken verbeteren en de verbinding zoeken met anderen.

Het draagvlak wat wij nu hebben is er niet een waar we op kunnen blijven leunen. We moeten werk maken van het opbouwen van draagvlak op de langere termijn, welke past bij de ‘wereld van dan’.

Wij hebben gekozen voor het vergroten van het bewustzijn in het gebied waar wij zelf in leven. Ook hier in onze eigen regio is sprake van kansenongelijkheid. Hoe doen we dat ‘vergroten van het bewustzijn’ op een natuurlijke en verbindende manier? Hoe bereiken we de jeugd en de generaties die, zoals dat hoort en gaat, langzamerhand ‘de touwtjes in handen nemen’. Zij hebben andere referentiekaders dan de meesten die nu Pimma uitmaken. De eerste stappen hebben gezet, we zijn in gesprek gegaan met een aantal leerlingen uit groep 8 van een basisschool in Maastricht. Niet primair gericht op het opzetten van een actie ten behoeve van Pimma, maar op een verkenning van hoe zij denken over kansenongelijkheid in hun eigen stad en in Guatemala. Naast het besef dat we de denkkracht van kinderen kunnen inzetten voor het vinden van oplossingen voor deze immense problemen, leverde het ook op dat kinderen bredere referentiekaders nodig hebben om een bijdrage te kunnen hebben. Ook werd duidelijk dat Pimma moeten aansluiten op ontwikkelingen binnen het basisonderwijs.
Een voorbeeld hoe ons speerpunt in Midden-Amerika (basisonderwijs) verbonden kan worden met het basisonderwijs in onze eigen omgeving. We gaan onderzoeken hoe de kinderen ‘daar’ en ‘hier’ op gelijkwaardige manier van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen ondersteunen.

 

Pimma en Midden-Amerika
Wat moeten we verder doen? Hoe verbinden wij dat met hetgeen we in Guatemala doen?

In die keuze hebben wij ook gezegd dat we met onze partners in Guatemala in dialoog gaan over hoe zij de bewustwording in hun gebied aanpakken. Wat is voor hen daarbij van belang en waar denken zij anders over dan wij? Hoe komen zij uit hun spiraal van de eigen stam, de armoede, de politieke verhoudingen en de vraagstukken die ‘de wereld’ ook daar ‘binnen’ brengt? Is de stammenstructuur en alles wat daarbij hoort, een van belemmerende factoren om de positie van de oorspronkelijke bevolking breder en structureler te verbeteren? Mogen wij deze vragen stellen? Hoe doen we dat zonder paternalistisch of neokoloniaal te zijn? We willen, anders gezegd, dat onze inspanningen meer behelzen dan het vergaren en overbrengen van geld en expertise. Wij willen dat doen op basis van gelijkwaardigheid, vanuit het besef dat in de wereld veel ongelijkheid bestaat, waaronder ongelijkheid in kansen. We weten dat we de ongelijkheid niet kunnen uitbannen, wel kunnen bijdragen aan het verkleinen ervan.

Gelijkwaardigheid wil ook zeggen dat wij willen weten, hoe onze partners in Zuid-Amerika aankijken tegen hetgeen wij doen in onze eigen omgeving en onze uitgangspunten daarbij. We staan open voor het veranderen van onze referentiekaders.

 

Pimma en de (nabije) toekomst
Hoe gaan we dat doen? Wat doen we met ons eigen referentiekaders, die deels (of we dat willen of niet) gevuld zijn met bijvoorbeeld het charitas-gevoel (“we moeten die arme mensen helpen”, gekoppeld aan onze hoger stand van ontwikkeling en de daarop vaak vermeende mate van superioriteit), maar ook met, en dat mogen we nooit vergeten, gevuld met goede intenties en oprechte wil bij te dragen aan een betere wereld.
Is het gerechtvaardigd dat wij uit de westerse wereld nu, na vele honderden jaren geprofiteerd te hebben van alles wat er in de wereld te halen was, uitgerekend in wat we nog vaak de ‘derde’ wereld durven te noemen, onze zorgen over de wereld aan de orde willen stellen, duurzaamheid en rechtvaardigheid te ‘preken’?

Het beantwoorden van al deze vragen is een bloedserieus avontuur met een doordachte verwachting en waarvan de uitkomst niet vaststaat. Wij gaan deze antwoorden dus niet vinden door er alleen over te filosoferen, maar door zaken op te pakken en fouten durven te maken. Wij willen ervan leren en anderen hierin meenemen. Dit alles om de inzet van Pimma toekomstbestendig te maken.

Onze herbezinning heeft even tijd gekost en heeft als bijkomend ongewenst effect gehad dat we als Pimma minder zichtbaar dan voorheen zijn geweest in uitgerekend ons jubileumjaar.

De conclusie die we getrokken hebben, is dat het bovenstaande bij het nemen van beslissingen het referentiekader zal zijn, waaraan we voor- en achteraf ons zelf zullen toetsen en ook anderen zullen vragen dat ook te doen. Daarnaast maken we bij hetgeen we (gaan) doen telkens het onderscheid tussen wat op de korte termijn noodzakelijk is en wat we op een wat verdere termijn als vrijwilligersorganisatie willen zijn. De kunst is om beide lijnen op elkaar af te stemmen.

De ‘Universele Rechten van het Kind’ en de ‘Millennium Development Goals’, beide van de VN, zijn voor ons belangrijke richtsnoeren.

We pakken in de periode september 2018 en januari 2020 de volgende zaken op:

1. De bestaande sponsoren, donateurs en vrijwilligers worden benaderd voor een evaluatief gesprek en een uitnodiging om verder bij te dragen aan Pimma ‘nieuwe stijl’.

2. We gaan acties op touw zetten om school 12 te kunnen bouwen en ook om onze nieuwe activiteiten te kunnen financieren.

3. Samen met een aantal (basis)scholen wordt het thema van kansenongelijkheid ‘hier’ en ‘daar’ verder uitgewerkt. Bestaande contacten uit het (recente) verleden zijn het startpunt.

4. Onze partners in Midden-Amerika worden uitgenodigd met Pimma in dialoog te gaan over vraagstukken die verder gaan dan het bouwen van scholen en mede gericht zijn op het over en weer leren van elkaar vanuit zeer verschillende perspectieven. Belangrijk is te streven naar levensloopbestendige scholen en daarbij spelen (oude en nieuwe) bouwtechnieken een grote rol.

5. Wij zoeken actief de samenwerking met soortgelijke organisaties, in eerste instantie in Zuid-Limburg, om te ontdekken waar we van elkaar verschillen en vooral waar we samen kunnen optrekken, zowel in kader van het verwerven van fondsen, als het werken aan het bewustzijn ‘hier’, als ook in het samen in actie komen. Doel: de ‘druppel op de gloeiende plaat’ groter maken.

6. Wij zoeken de samenwerking met organisaties en mensen door o.a. voor verschillende gremia in Zuid-Limburg lezingen en dergelijke te organiseren met als doel te verkennen wat organisaties zoals Pimma moeten doen om meerwaarde ‘hier’ en ‘daar’ te hebben.

Met deze punten willen de reputatie van Pimma verder opbouwen en versterken. Pimma is daarbij geen doel, maar een middel. Mens- en ontwikkelingsgericht in combinatie met effectief en efficiënt handelen zijn de dingen waar het omgaat.

Deel dit bericht:


Pimma